De alpaca
En de geschiedenis ervan

Oorsprong
Van oorsprong komt de alpaca uit Zuid-Amerika. Specifiek uit het Andes-gebergte in Chili, Argentinië, Peru en Bolivia.
Ongeveer 6 000 jaar geleden werden er al alpaca's gehouden in het Oude Incarijk vanwege hun uitstekende, zijdezachte wol. Die wol werd, en wordt nog steeds door inheemse stammen gebruikt om kleding en dekens van te maken.
Ze leven op grote hoogtes, zo'n 3 000 meter boven zeeniveau, waar grote temperatuurverschillen voorkomen. Overdag is het soms wel 30 graden boven nul, terwijl het diezelfde nacht nog 25 graden kan vriezen. Alpaca's hebben een vacht die bijzonder goed isoleert en die de dieren bescherming biedt tegen deze grote temperatuursverschillen.
Daarnaast werd de alpaca gebruikt als lastdier.

Onderkomen
Alpaca's zijn niet veeleisend, maar hebben wel een schuilplaats nodig tegen regen, wind en zon. Een hok of overkapping is voldoende.
Wel moet men zorgen voor een verharde ondergrond zodat de dieren in ieder geval droog kunnen liggen.
Het voorzien en aanbieden van hooi, brokken en schoon drinkwater in de schuilplaats is noodzakelijk.

Voeding & Verzorging
Op gebied van voeding eten Alpaca’s uitsluitend plantaardig voedsel, zoals gras, hooi en speciaal samengestelde alpacakorrels. Een alpaca is tevreden met weinig. In de wintermaanden is het bij sommige dieren verstandig om een beetje luzerne of bietenpulp bij te voeren. Het verstrekken van bietenpulp zorgt er met name voor, dat de dieren kunnen beschikken over voldoende “traag verteerbare suikers”. Deze zorgen ervoor dat de alpaca zijn/haar lichaamstemperatuur op orde kan houden, zonder aanspraak hoeven te maken op het eigen lichaamsvet. Vooral merries die een veulen hebben gehad, en vaak weer opnieuw drachtig zijn, hebben hier erg veel baat bij.
Alpaca's worden jaarlijks geschoren, het liefst in het voorjaar (mei, juni) zodat het dier geen last krijgt van de warmte en eventuele jongen goed kunnen zogen.
Bij het jaarlijkse scheren dienen, indien nodig, de tanden geslepen en de teennagels bijgeknipt te worden. Door het jaar worden de nagels, afhankelijk van de noodzaak, nog 2 tot 3 keer geknipt. Dit kan men eenvoudig zelf doen met een daarvoor geschikt schaartje.
Verder dient men jaarlijks één of meerdere keren te ontwormen,
Alpaca’s kunnen in de winter goed buiten, als er maar de mogelijkheid is om te schuilen en droog voer te eten. Indien weidemanagement, huisvesting en voeding correct zijn, zijn alpaca’s behoorlijk sterke dieren. Bij vermoeden van ziekte trekt men liever vroeg dan laat aan de alarmbel bij een dierenarts met kennis van alpaca’s.